Jonge mensen doen soms domme dingen. Ze zijn nog volop in ontwikkeling en worden in het huidige Nederlandse jeugdstrafrecht daarom anders behandeld dan volwassenen. Vroeger was dat wel anders. Verdachte jongeren liepen het risico op marteling en konden zelfs de doodstraf krijgen. Maar soms werd er toch rekening gehouden met de jonge leeftijd van misdadigers, zo blijkt uit het verhaal van vier jonge jongens die in 1657 in de Gevangenpoort belandden.
Diefstal in Huis ten Bosch
Het is mei 1657 als er wordt ingebroken in het Haagse Huis ten Bosch. De toegangspoort is geforceerd, sloten zijn opengebroken en binnen zijn franjes van meubels en gordijnen van ledikanten buitgemaakt. Het misdrijf is zo ernstig dat het Hof van Holland 200 gulden belooft voor degene die de daders aanwijst. Op 18 mei worden vier jonge jongens opgepakt en vastgezet in de Gevangenpoort. Het zijn Claes Claeszoon (17 jaar), Dirck Hendrickszoon (16 jaar), Jan Andrieszoon (14 jaar) en Jan de Ridder (14 jaar). Zijn deze jonge jongens - nog bijna kinderen - de schuldigen van de grote inbraak? De ondervragers denken van wel, maar bewijzen kunnen ze het nog niet.
Claes Claeszoon
Claes is met zijn 17 jaar de oudste van de groep. In de Gevangenpoort wordt al snel een brandmerk op zijn lichaam ontdekt, een teken dat hij al eerder met justitie in aanraking is gekomen. Claes bekent inderdaad in Brabant te zijn veroordeeld voor diefstallen, maar ontkent iets te maken te hebben met de inbraak in Huis ten Bosch. De ondervragers nemen er voorlopig genoegen mee. Maar helaas breekt na twee weken gevangenschap zijn medegevangene Jan de Ridder, die dan een belangrijke onthulling over Claes doet. Hij vertelt dat hij Claes heeft horen zeggen de sloten van Huis ten Bosch te hebben opengebroken. Claes wordt direct uit zijn cel gehaald en naar de Pijnkelder gebracht.
In de Pijnkelder
In de beklemmende martelkamer van de Gevangenpoort ontkent Claes nog steeds alle betrokkenheid bij de inbraak. Claes wordt in eerste instantie alleen aan de palijen (een martelinstrument) vastgemaakt, maar nog niet omhooggetrokken. Opnieuw ontkent hij zijn betrokkenheid. Daarop halen de ondervragers een andere jongen uit zijn cel die zij hoog op het verdachtenlijstje hebben staan: Jan Andrieszoon. Ook Jan ontkent, maar de schepenen geloven hem niet. Daarom wordt ook Jan, slechts 14 jaar oud, aan de palijen vastgemaakt en bovendien geslagen, maar zonder resultaat. Voor nu vinden de ondervragers het genoeg en staken de ondervragingen van Claes en Jan.
Een bekentenis
Maar de rust duurt niet lang. De volgende dag wordt Claes opnieuw vastgemaakt aan de palijen. Ditmaal wordt hij ook opgetrokken. Na deze helse marteling en het daaropvolgende aandraaien van de scheenschroeven, breekt Claes. Hij bekent en wijst ook Jan Andrieszoon aan als schuldige. Bij hun inbraak zouden de twee jongens bovendien hulp hebben gehad van een derde jongen, Michiel, die op dat moment niet in de Gevangenpoort aanwezig is. Claes vertelt hoe de drie jongens op de dag van de inbraak met planken over twee sloten sprongen, door de poort en het kelderraam heen braken en binnen franjes en gordijnen afsneden om ze vervolgens te verkopen.
Zware straffen voor jongeren
Hoewel Claes slechts 17 jaar oud is, kan hij rekenen op een zware straf. Claes wordt ter dood veroordeeld en bovendien zal zijn lichaam naderhand op het galgenveld worden tentoongesteld, als afschrikwekkend voorbeeld voor anderen. Met de jeugdigheid van de drie jaar jongere Jan houden de rechters meer rekening. Vanwege zijn jonge leeftijd wordt hij niet ter dood veroordeeld, maar gegeseld terwijl hij een symbolische stop om zijn hals heeft. Vervolgens wordt hij gebrandmerkt, voor zes jaar naar een tuchthuis gestuurd en voor 25 jaar verbannen uit het gewest Holland en West-Friesland. Zeker geen lichte straf, maar toch een bewijs dat vroeger soms rekening werd gehouden met de jonge leeftijd van misdadigers.