Dat de criminele wereld tegenwoordig een echte mannenwereld is, blijkt wel uit de cijfers. Van alle mensen die in Nederland in de gevangenis belanden, is slechts 6% vrouw. In de 17e en 18e eeuw is dat anders. In die tijd is ongeveer 50% van de verdachten vrouw, met in sommige perioden zelfs meer vrouwen dan mannen. Hoe kan dat? En is dat hoge percentage een teken van zelfstandigheid, of juist van een zwakke positie van vrouwen?
Vrouwen in Hollandse steden
Er zijn verschillende verklaringen voor het hoge percentage vrouwen dat in de 17e en 18e eeuw met justitie in aanraking komt. Allereerst komen er in de steden meer vrouwen dan mannen voor de rechtbank, omdat daar simpelweg meer vrouwen dan mannen zijn. Veel mannen zijn de stad uit om voor maanden of zelfs jaren op zee te werken, terwijl hun vrouwen in de stad zijn achtergebleven. Bovendien zijn veel alleenstaande vrouwen op zoek naar werk van het platteland naar de stad getrokken. Die grote groep vrouwen heeft, in (tijdelijke) afwezigheid van een man, meer bewegingsvrijheid en dus meer mogelijkheid tot criminaliteit. Bovendien bevinden deze vrouw zich in een zeer kwetsbare positie. Ze kunnen vaak niet rekenen op financiële steun van familie, krijgen minder salaris dan mannen en kunnen vaak alleen de slechtst betaalde beroepen uitoefenen. Het leidt ertoe dat veel vrouwen het criminele pad op gaan.
Kleine en grote misdaden
De misdaden die vrouwen begaan zijn verschillend van aard. Vaak gaat het om kleine vergrijpen als bedelen of het illegaal verkopen van bijvoorbeeld drank of zeep. Maar er worden ook zwaardere misdaden door vrouwen gepleegd, zoals moord, diefstal of het vervalsen van munten. Zo krijgt Elsje Boudewijns Stoppelmans in 1685 de doodstraf voor het maken van vals geld. Haar zus Annetje, die een deel van het valse geld heeft uitgegeven, moet voor straf toekijken hoe haar zus wordt gedood. Daarna wordt Annetje voor 50 jaar uit de stad verbannen.
Ook de seksuele normen van de 17e en 18e eeuw zorgen voor een grote vertegenwoordiging van vrouwen in de criminaliteitscijfers. Zaken die wij nu niet meer strafbaar vinden, zoals overspel of prostitutie, zijn in de 17e en 18e eeuw nog illegaal. Hoewel bij deze zaken ook mannen zijn betrokken, zijn het vaker de vrouwen die ervoor worden gestraft. Bijvoorbeeld omdat de gevolgen van overspel of prostitutie – een zwangere buik – voor hen niet te verbergen zijn.
Kwetsbare zelfstandigheid
Dat vrouwen in de 17e en 18e eeuw net zo vaak of zelfs vaker dan mannen voor de rechtbank moeten verschijnen, heeft dus weinig te maken met emancipatie of verzet tegen een wereld waarin mannen de baas zijn. Het is vooral de economisch kwetsbare positie van (alleenstaande) vrouwen, in combinatie met een relatief grote bewegingsvrijheid, die vaak leidt tot crimineel gedrag van vrouwen. Tel daar de strenge seksuele normen van de tijd bij op, en je begrijpt hoe de criminaliteitscijfers van de 17e en 18e eeuw zijn zoals ze zijn.
Lees meer:
- Manon van der Heijden, Women and crime in early modern Holland (Leiden 2016).
- Ariadne Schmidt, Prosecuting women: a comperative prospective on crime and gender before the Dutch criminal courts ca. 1600-1810 (Leiden 2020).