In de 17e eeuw hebben rechters een ruime keuze uit straffen om aan misdadigers te geven. Een type straf is de zogenoemde schandstraf. Die straf is bedoeld om de veroordeelde publiekelijk te vernederen en de eer aan te tasten: voortaan weet iedereen dat hij of zij een crimineel is. Dat kan op verschillende manieren. Veroordeelden kunnen bijvoorbeeld op een openbare plek aan een schandpaal worden tentoongesteld. Maar een misdadiger kan ook worden gedwongen om een vernederende, vooraf bepaalde route door de stad te lopen. Hoe ging zo’n ‘walk of shame’ precies in zijn werk?
Symbolen voor de misdaad
Tijdens het lopen van de route moet het niet alleen duidelijk zijn dát de veroordeelde iets heeft misdaan, maar ook wát diegene heeft gedaan. Vaak moet de misdadiger daarom allerlei afbeeldingen of symbolen dragen die de misdaad verbeelden. Zo moet Catarijn Gerrits in 1648 met een afbeelding van ‘spokerijen’ door de straten van Den Haag lopen, nadat ze een dienstmeid heeft wijsgemaakt dat zij haar geluk kan aflezen aan de hand van de sterren. En in 1658 moet Guilliaem Bellecoert met een ketting van speelkaarten om zijn nek door de straten van Den Haag lopen omdat hij tijdens een kaartspel anderen heeft opgelicht.
De houten huik
Soms moeten misdadigers tijdens hun schandstraf een houten huik (een soort mantel zonder mouwen) dragen. Deze huik, ook wel de schandhuik genoemd, wordt in verschillende steden uiteenlopend gebruikt. In Delft wordt de huik vooral gebruikt voor misdadigers die zich schuldig hebben gemaakt aan zaken als overspel of mishandeling binnen het huwelijk. In Den Bosch is de schandhuik bedoeld voor overspelige vrouwen, sekswerkers of bordeelhouwers. In Den Haag wordt de huik dan weer alleen gebruikt voor vermogensdelicten. Zo moet Gerrit Jansen in 1652 de houten huik dragen omdat hij hoenderen (een soort fazanten) heeft gestolen. Die hoenderen staan speciaal op zijn huik afgebeeld, zodat iedereen begrijpt wat hij heeft gedaan. In zijn vonnis noteren de rechters ook precies welke route hij door Den Haag moet gaan lopen: vanaf de Schoolstraat via de Vlamingstraat, Venestraat en Markt weer terug naar de Gevangenpoort. Vaak volgt er op een schandstraf een verbanning. Zo ook bij Gerrit: hij mag na zijn ‘walk of shame’ drie jaar lang niet terugkeren naar Den Haag.

De stenen moeten dragen
Vrouwen worden vaker veroordeeld tot het moeten dragen van ‘de stenen’ door de straten van Den Haag. Zij leggen hun voettocht door de stad af met schandstenen om de hals of aan de voeten. Die schandstenen dragen vaak het wapen van de stad en zijn erg zwaar. De straf wordt vaak gegeven aan vrouwen die zijn veroordeeld voor prostitutie. Zo moeten Meynsie Jans en Catalijn Abrahams, twee sekswerkers, in 1638 met schandstenen een route door Den Haag lopen. Hun verhaal lees je hier.